Schimmels en luizen
Veel beestjes in de tuin brengen geen schade aan, denk aan een vlinders, torren, libelles etc.
Lieveheersbeestjes zijn de natuurlijke bestrijders van beestjes die je liever niet in de tuin vind. Namelijk, de luizen. Maar deze horen samen met bijvoorbeeld slakken wel in de natuur. Zolang je er geen hinder van ondervind hoef je er niets mee te doen. Maar word de plaag te groot of red je plant het niet, dan is ons advies om de plant toch te helpen zich te weren tegen die vervelende luizen.
Niet alleen de luis is funest voor planten, ook schimmels kunnen de planten aardig aantasten.
Maar wat doe je eraan?
Ten eerste; gebruik als je de planten in de volle grond zet een goede aanplantgrond. Deze geeft de plant een boost als hij vanuit de pot de volle grond in gaat. Onze aanplantgrond is meteen een bodemverbeteraar, want als je bodem gezond is kunnen planten veel langer mee. Een plant heeft niet alleen dat beetje potgrond en water nodig maar is ook zeker gebaat bij een goede voeding op z’n tijd. Start je dus met de juiste aanplantgrond geef je je plant dat extraatje waar hij blij van word als ie bij jou in de tuin geplant word.
Dan; een plant kan, zoals gezegd, niet alleen groeien van zand en water, aan te raden is om alle planten 2 tot 3 x per jaar te bemensten, dit is volledig afhankelijk van de plant. Sommige planten hebben het 3 keer nodig, maar de meeste planten maar 2 keer. Uiteraard is er veel verschil in planten dus ook veel verschil in meststoffen, een palm heeft andere meststof nodig dan een druif.
Weet je het niet zeker, gebruik dan een Universele meststof, in het voorjaar én in het najaar.
Hoe sterker je plant, is hoe beter hij zichzelf kan beschermen tegen luizen of schimmels.
Maar ik heb toch luizen, of is het een schimmel?
Dat kan, de ene plant is de andere niet. Dus wat te doen als je plant toch is geveld door ziekte.
Zorg dat je eerst weet wat het is, is het een luis of is het een schimmel. Het verschil is duidelijk te zien. Een schimmel kenmerkt zich door; vlekken of puntjes op bladeren, de bladeren kunnen ook gaan hangen of krullen. Een ondergrondse schimmel is lastiger te zien, maar dan merk je dat je plant minder goed groeit.
Vaak zijn luizen te zien als kleine stipjes, net als andere insecten, op bladeren of stengels van de plant. Ook kunnen luizen een witte, kleverige substantie achterlaten op de bladeren. Als ze er zitten moet jij in actie komen!
Er zijn verschillende soorten luizen en verschillende soorten schimmel. Natuurlijk zijn daar ook verschillende soorten bestrijdingsmiddelen voor.
Maar vergeet niet, als de plant moet herstellen van de ziekte is hij gebaat bij extra voedingsstoffen.
Een plant kan zichzelf beschermen tegen schimmels en luizen mits hij door jou geholpen word!
De slak heeft mijn tuin gevonden
Slakken worden vaak gezien als plaag, maar de meeste slakkensoorten in Nederland vinden jouw planten niet interessant. Zij houden je tuin juist schoon door rotte plantenresten op te eten.
Maar een aantal soorten zijn wel dol op jouw prachtige tuin. Hoe houd je ze weg?
- Kies in je tuin voor inheemse planten waar slakken niet van houden. Bijvoorbeeld wilde akelei, beemdooievaarsbek, bleeksporig bosviooltje, bosanemoon, duizendblad, longkruid, inheemse varens, klimop en kruiden zoals tijm en bieslook
- Lok natuurlijke vijanden zoals egels, padden en vogels naar je tuin: zij eten graag slakken.
- Sproei ’s ochtends in plaats van ’s avonds. Zet planten die slakken lekker vinden niet in de buurt van vochtige plekken zoals de composthoop.
- Leg knoflook, koffiedik (met cafeine), schelpengruis, cacaodoppen of eierschalen om de kwetsbare planten heen. Let op: cacaodoppen zijn giftig voor honden.
- Als het kan, woel de grond in het voorjaar om. Zo breng je de slakkeneitjes naar boven, waardoor ze uitdrogen. Hetzelfde geldt voor zelfgemaakte compost: laat die drogen in de zon voor je het aanbrengt.
Uiteraard zijn er ook tal van chemische middelen verkrijgbaar, maar die zijn niet alleen dieronvriendelijk maar vaak ook schadelijk voor het milieu.